BRAINPORT CITY

 

AANPAK INNOVATIEGERICHT WERKEN

 

 

Van product naar proces

Na alle opwinding over nieuwe ‘gadgets’ voor de stad gaat het nu over de vraag wat innovatieve concepten (“de Smart City”) werkelijk bijdragen aan het verbeteren van de leefomgeving. Het mag duidelijk zijn dat de Smart City een middel is en geen doel op zich. Het is eerder een andere manier van denken en werken waardoor de stad zich op vernieuwende (“slimme”) wijze ontwikkeld, eventueel met inzet van innovatieve concepten. Een meer proces- dan productgerichte aanpak, passend bij het veranderende stedelijke speelveld. Het maken van
de stad wordt immers steeds meer vraaggestuurd en verantwoordelijkheden verplaatsen zich naar burgers, bedrijven en partnerschappen. Naast een toenemende interactie tussen aanbieder en gebruiker spelen nieuwe technologieën in dit speelveld een belangrijke rol. Zowel in het proces, waarin de beschikbaarheid van meer en nauwkeurigere data leidt tot andere en snellere inzichten, als in oplossingen voor knelpunten. 

 
 
 
 

Integrale benadering

We pleiten voor een meer integraal en adaptief speelveld, bestaande uit vier ingrediënten. Voortdurend veranderende innovatieve concepten (1), denk aan  de zelfrijdende auto of smart grids, vormen slechts één aspect van het speelveld. Het toepassen of constant opnieuw uitproberen van concepten speelt een grote rol. Het zorgt voor vlotte integratie én draagt bij in de uiteindelijke totstandkoming ervan. Bij het toepassen van innovatieve concepten worden nieuwe vormen van maatschappelijke (zelf)organisatie relevant; de rol van de energieke samenleving (2). Concepten worden pas bruikbaar en de rol van de samenleving wordt pas concreet wanneer deze worden ingeschakeld en worden toegepast. Niet als doel op zich maar als een middel om ‘hogere’ doelen te bereiken. Zo heeft het MIRT als doel om de agglomeratiekracht en connectiviteit te versterken en het vestigingsklimaat te verbeteren, van Brainport naar Brainport City. Pas wanneer we grip krijgen op de werking van het huidige Brainport (3), krijgen we voldoende inzicht in optimalisaties/ inefficiënties en mogelijkheden om de doelen te bereiken door middel van innovatieve concepten, nieuwe vormen van samenwerken en innovatieve business modellen. Het gebied opgespannen tussen de vier componenten vormt als het ware het innovatieve speelveld waarmee we op weg gaan naar Brainport City (4). Per thema maar vooral cross-sectoraal. Waar niet één weg doorheen is maar waar we gaandeweg leren construeren. De vraag die wij ons daarom stellen: hoe co-creëren we een innovatief Brainport City? 

 
TvT_Brainport Mindset3.JPG
 

In een wereld van wijdverbreide kennis leunen we niet alleen op eigen kennis maar gaan op zoek naar de kennis in
het netwerk van Brainport. Door middel van een serie interviews start het ‘co-creëren van een innovatief Brainport City’. De interviews zijn afgenomen bij innovators op het gebied van ‘stad en ruimtelijke innovatie’. Niet vanuit de gangbare vergaderzaal, de innovatie halen we op locatie. Aan de innovators de vragen op welke manier zij bezig zijn met innovatie, op welke manier deze innovatie  
tot stad komt, wat hun belangrijkste aandachtpunten zijn en op welke manier dit van toepassing kan zijn op Brainport. Mobiliteit, big/ open data, communicatie, (coöperatieve) gebiedsontwikkeling zijn thema’s die aan bod zijn gekomen. Elk interview eindigde de met de vraag: “Who’s next? Wie stel je voor om hierna te spreken?” Waardoor een steeds groter netwerk ontstaat.

Hoewel een meer innovatiegerichte ruimtelijke ontwikkeling vraagt om een hoog kennislevel van nieuwe technieken en ontwikkelingen (het ‘wat’) was de rode draad in de gesprekken de organisatie (het ‘hoe’) en het netwerk (het ‘wie’). De innovatie is ondersteunend aan het proces en de doelen. Vanuit deze interviews zijn een aantal lessons learned op te maken. Lessen die primair gaan over de manier van werken maar die daarbij niet uitputtende zijn of onverzettelijk zijn. Elke situatie vraagt om een andere route met eigen aanpak, andere partners en herdefiniëring van rollen. 

 

project data

type onderzoek en strategie

team Marsha Simon, Sandra Janssen-Poelman, Tjerk Hoving

wanneer 2015-2016

opdrachtgever gemeente Eindhoven